Evert Moll werd 15 december 1878 in Voorburg geboren en overleed op 10 mei
1955 in Den Haag. Hij woonde en werkte tussen 1895 tot 1930 in Voorburg, Londen, Parijs,
Den Haag, en Rotterdam. Hij vestigde zich vervolgens in Den Haag. Daar kreeg hij
raadgevingen van Willen Maris en vormde zich verder zelf. Hij werkte veel in
opdracht van kunsthandelaren in de Verenigde Staten en in Canada. Schilderde
landschappen, maar vooral rivier, zee- en havengezichten en in zijn laatste
jaren ook stillevens. Werk van Evert Moll bevindt zich o.a. in de
Rijkscollectie, het Zuiderzeemuseum en het museum Boymans-van Beuningen.
Evert Moll was geen hemelbestormer en geen kunstenaar met een
onverzadigbare vernieuwingsdrang. Nieuwe ontwikkelingen gingen schijnbaar
onopgemerkt aan hem voorbij. Hij bleef trouw aan zich zelf en aan de
beginselen van de Haagse School.
Evert Moll is vooral bekend van zijn ruim duizend havengezichten. Bijster
veel is er van deze schilder niet bekend. Wel, dat hij graag en vaak
vertoefde in de Rotterdamse haven. Het reilen en zeilen in een haven,de
drukte en de traagheid van de kolossale zeeschepen boeiden hem mateloos. Hij
hield van de geur van het water, de stookolie en de wind. Evert Moll was
meer dan een schilder van havengezichten. Ruim de helft van zijn totale
oeuvre bestaat uit landschappen, stadsgezichten en bloemstillevens. Ook als
Moll landschappen en stadsgezichten schilderde, kon hij het niet laten om
veel water te schilderen. Veel van zijn landschappen zijn geschilderd vanaf
of met uitzicht op het water.
Evert Moll, geboren in Voorburg en praktisch zijn hele leven wonend in
een wijde cirkel tussen Den Haag en Rotterdam is autodidact. Van jongs af
aan is hij bevriend met Albert Roelofs, de zoon van de beroemde Haagse
School schilder Willem Roelofs. In huize Roelofs komt hij in aanraking met
kunstenaars die rond de eeuwwisseling het kunstklimaat in Nederland
bepaalden. Moll kon het zich aanvankelijk veroorloven te schilderen wat hij
wilde. Hij leidt dan ook een relatief zorgeloos leven, totdat zijn vader in
1908 failliet wordt verklaard. Dan wordt het flink aanpoten om in zijn
levensonderhoud te voorzien.
Dat Moll zijn levenlang trouw bleef aan de principes van de Haagse School,
betekent niet dat hij geen ontwikkeling doormaakte. Naarmate hij ouder werd,
maakten zijn aanvankelijke sobere kleurgebruik en brede penseelstreken
plaats voor rijker en gevarieerder kleuren en een fijnere verftoets. Moll
schilderde vooral buiten. Met zijn klapstoel en het papier op schoot zat hij
aan de waterkant. Veel van zijn werken zijn van hetzelfde formaat: 19 bij 31
centimeter. Dit is precies het formaat van zijn schilderskist die hij als
'onderzetter" gebruikte. Deze paneeltjes dienden vaak als voorbeeld voor de
grotere werken die in zijn atelier ontstonden.
De havengezichten van Moll laten zich lezen als een geschiedenisboek. Zo
legt hij aan het begin van de 20e eeuw de maritieme ontwikkeling vast. Hoe
de havens uitdijen, de schepen groter worden en de zeilschepen het
veldruimen voor motorschepen.
Staat vermeld in de Scheen.
Evert Moll on the internet
Naar de collectie van Evert Moll